Een lieve vriendin gaf me voor vertrek een boek over chi
running mee. Omdat ik zo hobbelend over de finish was gekomen de laatste
marathon, dacht ze dat ik een nieuwe vorm waarin je blessure vrij kunt lopen
wel kon waarderen. Het boekje leest lekker weg en de rode draad is mindful lopen,
waarbij je je corestability goed inzet. Iets voorover hellen en bijna zonder
moeite loop je dan. Eigenlijk blijk ik een aantal van die zaken al aardig toe
te passen, dat is leuk om te lezen. Wel zal ik mijn eendenvoeten recht vooruit moeten
gaan leren plaatsen. Ik besluit te gaan oefenen in het ‘bos’.
Als ik weer verder loop zie ik een stuk verderop een grote groep bavianen oversteken, het alpha mannetje wacht achterop en kijkt steeds dreigend achterom naar mij. Ik probeer me ook als alphamannetje te gedragen en maak me groot. Misschien toch ook maar even een stok pakken, ik heb geen idee of die beesten me achterna zullen komen. Gelukkig gaan ze de bush in en kan ik verder. Ik voel me niet zo Chi en besluit om te draaien. Een rangerauto komt me achterna. “wat zijn we hier aan het doen mevrouwtje?” vraagt de ranger. U kunt hier niet zomaar rondrennen, dat is gevaarlijk en u zult verdwalen. Nou zeg ik, ik weet de weg, dus maakt u zich maar geen zorgen. Maar de ranger wil dat ik instap en wil me terugbrengen naar TPC waar ik slaap. Ik zeg vriendelijk bedankt maar ik loop lekker door. De ander lacht en dan laten ze me toch gaan.
Deze keer neem ik eten mee en stap ik eerst op de fiets om
op het einde niet over die hete weg nog 5 kilometer terug te hoeven lopen.
Zonnebrand op, camelbag mee en weg ben ik. Wat een heerlijkheid is dit, te
kunnen lopen in zo’n prachtige natuur. Ik oefen met hellen en met het
rechtvooruit zetten van mijn voeten, met een mooie volledige voetafdruk in het
losse zand kan ik checken of ik niet teveel afzet. Dat gaat allemaal aardig,
maar die uitstekende eendenvoeten, daar moet ik toch echt wat mee. Helemaal ontspannen
loop ik door en dan een prachtig roodbruin dier op het pad, een ree of iets
dergelijks. Ha, dat maak ik toch maar mooi mee! Verder over de paden door de ‘jungle’
en dan weer de savanne op. Na een tijdje kom ik bij een meer, waar wevervogels
hun nesten hebben gebouwd. De kilimanjaro op de achtergrond, pfff wauw
Als ik weer verder loop zie ik een stuk verderop een grote groep bavianen oversteken, het alpha mannetje wacht achterop en kijkt steeds dreigend achterom naar mij. Ik probeer me ook als alphamannetje te gedragen en maak me groot. Misschien toch ook maar even een stok pakken, ik heb geen idee of die beesten me achterna zullen komen. Gelukkig gaan ze de bush in en kan ik verder. Ik voel me niet zo Chi en besluit om te draaien. Een rangerauto komt me achterna. “wat zijn we hier aan het doen mevrouwtje?” vraagt de ranger. U kunt hier niet zomaar rondrennen, dat is gevaarlijk en u zult verdwalen. Nou zeg ik, ik weet de weg, dus maakt u zich maar geen zorgen. Maar de ranger wil dat ik instap en wil me terugbrengen naar TPC waar ik slaap. Ik zeg vriendelijk bedankt maar ik loop lekker door. De ander lacht en dan laten ze me toch gaan.
Ik probeer mijn Chi weer te pakken te krijgen en geniet van
al dat prachtigs om me heen, het lukt, heerlijk zacht loop ik over de paden in
een soort van flow. En dan doemt een enorm groot hert voor me op. Ik stop, hij
ook. Kijk hem aan, hij mij ook. Nieuwsgierig staan we daar naar elkaar te
kijken. Heel voorzichtig pak ik mijn telefoon en maak een foto. Dan zijn we
beide klaar en gaan we verder op pad. Zou dit dan de ultieme uitkomst van
chitrailrunning zijn?
Reacties
Een reactie posten